SIMPH 5A

De SIMPH 5A bestaat uit twee delen. Een eerste deel peilt naar de socio-demografische gegevens van de werknemer. Deze laten toe om de representativiteit van de deelnemersgroep te bepalen. Een tweede deel omvat de vragen over de werkbeleving en het welzijn van de werknemer.

Socio-demografische factoren

Factor
Leeftijd
Geslacht
Opleiding
Bedrijfsanciënniteit
Contracttype (vast, tijdelijk, interim, …)
Dienstverband (dag, ploeg, nacht, …)
Voltijds/deeltijds
Aantal gewerkte uren
Functie
Leidinggevende
Afdeling

Schalen

Schaal Beschrijving 5A-type
Werkdruk
meet of men veel werk moet doen en snel moet werken (ook werktempo en werkhoeveelheid genoemd).
Arbeidsinhoud
Emotionele belasting
peilt naar de mate waarin het werk de werknemer emotioneel raakt, bijvoorbeeld omdat men in emotioneel zware en aangrijpende situaties terechtkomt.
Arbeidsinhoud
Afwisseling in het werk of taakvariatie
meet de mate waarin het werk gevarieerd (versus eentonig, monotoon werk) is en eigen inbreng vraagt. Moet men steeds hetzelfde doen of niet?
Arbeidsinhoud
Vaardigheidsbenutting
meet of het werk mogelijkheden biedt tot zelfrealisatie en groei. Dit aspect wordt ook ‘leermogelijkheden’ genoemd.
Arbeidsinhoud
Zelfstandigheid in het werk
meet of de werknemer het werk (zowel vormelijk als inhoudelijk) zelf kan organiseren en plannen. Het betreft dus autonomie op het niveau van de uitgevoerde taken.
Arbeidsinhoud
Inspraak
slaat op de mate waarin de werknemer kan meebeslissen en kan meebepalen wat er dient te gebeuren. Deze factor bundelt dus uitspraken over beslissingen die op een hoger niveau worden genomen.
Arbeidsinhoud
Rolconflicten
hebben betrekking op de mate waarin men tegenstrijdige opdrachten krijgt, waardoor er conflicten met collega’s en leidinggevenden kunnen ontstaan. Deze schaal wordt ook ‘problemen met de taak’ genoemd.
Arbeidsinhoud
Rolduidelijkheid
meet in welke mate het voor de werknemer duidelijk is wat zijn/haar taken precies inhouden en wat men precies van hem/haar verwacht, alsook wat hij/zij van anderen mag verwachten.
Arbeidsinhoud
Veranderingen in het werk
Daarin wordt gepeild in hoeverre de invoering ervan een probleem vormde voor de werknemer.
Arbeidsinhoud/ Arbeids- organisatie
Vlotte arbeidsorganisatie
meet in welke mate het werk binnen de organisatie goed georganiseerd is, de samenwerking en de besluitvorming binnen de organisatie vlot verloopt.
Arbeidsorganisatie
Communicatie in het bedrijf
inventariseert of werknemers voldoende informatie krijgen over de gang van zaken in het bedrijf.
Arbeidsorganisatie
Feedback
peilt naar de mate waarin men voldoende informatie krijgt over het doel en de resultaten van het werk. Deze schaal heet ook ‘informatie over de taak’.
Arbeidsorganisatie
Werkmiddelen
peilt naar de beschikbaarheid en de kwaliteit van werkmiddelen/gereedschap die de werknemer nodig heeft.
Arbeidsorganisatie
Fysieke arbeidsomstandigheden
inventariseert in welke mate de werknemer in aanraking komt met verschillende belastende fysieke omstandigheden op het werk, zoals lawaaihinder, extreme temperaturen, gevaarlijke stoffen en situaties, belastende werkhoudingen en beeldschermwerk.
Arbeidsomstandigheden
Baan of job(on)zekerheid
peilt naar de mate waarin men (on)zeker is over de toekomst van de eigen baan. Denkt of vreest men bijvoorbeeld werkloos te zullen worden in de toekomst?
Arbeidsvoorwaarden
Appreciatie van de beloning
peilt naar de wijze waarop de werknemer zijn/haar loon evalueert. Verdient men genoeg in vergelijking tot anderen? Kan men behoorlijk rondkomen met het loon dat men krijgt?
Arbeidsvoorwaarden
Loopbaanmogelijkheden
meet in welke mate de huidige job voldoende opleidings- en loopbaanmogelijkheden biedt en in hoeverre de huidige baan bijvoorbeeld de mogelijkheden en kansen op de arbeidsmarkt vergroot.
Arbeidsvoorwaarden
Sociale steun van collega’s en directe leiding
peilen naar de mate waarop men beroep kan doen op collega´s en directe leiding bij de uitvoering van het werk en de mate waarin men geapprecieerd wordt.
Arbeidsverhoudingen
Pesten op het werk
peilt naar de mate waarin men blootgesteld wordt aan variërende graden van pesten op het werk. Het maakt een inschatting hoe vaak men in het afgelopen half jaar is blootgesteld aan negatieve gedragingen (zoals informatie achterhouden, roddelen en uitsluiting) uitgevoerd door anderen binnen de werkomgeving.
Arbeidsverhoudingen
Ongewenst gedrag intern
meet in welke mate respondenten te maken hebben met conflicten, agressie en/of ongewenste intimiteiten binnen de werkcontext (collega’s en/of directe leiding).
Arbeidsverhoudingen
Plezier in het werk
meet in welke mate men graag gaat werken en of men plezier beleeft aan het werk. Deze welzijnsindicator sluit goed aan bij het concept ‘arbeidstevredenheid’.
Uitkomst
Herstelbehoefte
peilt in hoeverre men na een werkperiode nog energie over heeft of men (te) uitgeput is. Deze schaal meet hoe lang het duurt voor men zich weer helemaal hersteld voelt.
Uitkomst